Buikgriep
Symptomen
Bij buikgriep door het norovirus of het rotavirus heb je last van diarree en moet je overgeven. De binnenkant van uw maag en darmen is dan ontstoken. Meestal komt dat door een virus, soms door een bacterie. Buikgriep is een andere griep dan de ‘gewone’ griep. Buikgriep wordt namelijk veroorzaakt door het norovirus of het rotavirus, terwijl de gewone griep veroorzaakt wordt door het influenzavirus. Binnen een week zijn de klachten meestal over. Bij jonge kinderen, ouderen en mensen met een verzwakte afweer kunnen de klachten ernstiger zijn en langer duren.
Bij buikgriep heb je last van diarree, overgeven, misselijkheid, buikpijn, hoofdpijn en soms van koorts. Het braken kan heftig zijn en plotseling opkomen. Bij vaak overgeven en diarree kun je uitdrogen. Dit komt vooral bij ouderen voor. Je hebt dan erg veel dorst, plast niet of weinig, bent suf, duizelig of valt flauw.
Buikgriep kan worden veroorzaakt door virussen of bacteriën. De meest voorkomende virussen die buikgriep veroorzaken zijn het norovirus en het rotavirus. Deze virussen zijn zeer besmettelijk. De tijd tussen besmet raken en ziek worden is 1 tot 3 dagen. Het norovirus kan het hele jaar door voorkomen en iedereen besmetten. Vooral oudere kinderen en volwassenen kunnen het virus oplopen. Het virus kan van mens op mens worden doorgegeven. Ook mosselen en oesters kunnen het norovirus bevatten.
Na 2 dagen zijn de klachten vaak al veel minder. Als de klachten over zijn, ben je nog 3 dagen besmettelijk.
Het rotavirus komt veel voor, vooral bij jonge kinderen tot 2 jaar oud en bij ouderen. De klachten duren 4 tot 9 dagen.
Deze virussen zitten in het speeksel, overgeefsel en poep van iemand die besmet is met het virus. Als je iets aanraakt waar het virus op zit, kan het aan je vingers komen. Als je dit met je vingers aanraakt en ze daarna in je mond steekt, kun je jezelf besmetten. Maar het virus zit ook in druppeltjes speeksel in de lucht als iemand met buikgriep niest of hoest. Die druppeltjes kun je inademen en zo besmet raken. Bij het norovirus kan de poep wel 3 weken besmettelijk blijven.
In eten en drinken kunnen bacteriën, zoals Salmonella, Campylobacter, Listeria of E-Coli, zitten die je ziek kunnen maken. Je wordt misselijk, krijgt buikpijn, moet overgeven en krijgt diarree. Meestal zijn deze klachten na een paar dagen weer over.
Behandeling
Het is belangrijk veel te drinken (2 tot 3 liter per dag), omdat je door het braken en de diarree makkelijk kunt uitdrogen. Je kunt bijvoorbeeld na diarree elke keer een glas water, thee of bouillon drinken. Neem geen frisdrank of energiedrankjes. Drinken is extra belangrijk als je ook overgeeft of koorts hebt.
Drink kleine beetjes als je overgeeft, bijvoorbeeld elke 5 tot 10 minuten 1 of 2 slokken. Zo krijg je toch wat vocht binnen. Eten is minder belangrijk. Als je trek hebt, kun je beginnen met kleine beetjes. Kleine beetjes eten en drinken is belangrijk omdat je darmen gevoelig zijn. Als je te veel eet of drinkt, kun je meteen naar de wc moeten.
Drink ook na een week geen zoete dranken als je dan nog steeds last van diarree hebt of als het steeds terugkomt. Bijvoorbeeld geen appelsap, melk of ‘light’ dranken. Soms kunnen je darmen hier tijdelijk minder goed tegen als je diarree hebt (gehad).
Probeer te slapen en uit te rusten in bed als je koorts hebt of je je ziek voelt.
Soms komt diarree heel onhandig uit, bijvoorbeeld als je een afspraak hebt. Dan kun je loperamide gebruiken. Hierdoor vermindert de beweging van de darmen. Dit zorgt ervoor dat je minder vaak moet poepen. Maar je wordt niet sneller beter.
Preventie
Virussen zijn erg besmettelijk en bestand tegen veel ontsmettende middelen. Het is daarom moeilijk buikgriep te voorkomen. Als jij of iemand in je omgeving besmet is, kun je het volgende doen om de kans op besmetting van anderen te verminderen:
- was regelmatig je handen met water en zeep. Droog ze goed af. Doe dit elke keer als je naar de wc bent geweest en voordat je eten of drinken klaarmaakt. Droog je handen af met een schone handdoek of keukenpapier. Gooi de doekjes meteen weg.
- was gebruikte glazen, borden en bestek goed af
- bel de bedrijfsarts als je in de horeca of zorg werkt en last hebt van buikgriep
Bacteriën komen vaak het lichaam binnen door besmet voedsel en water. Besmetting is makkelijker te voorkomen. Zorg voor een goede hygiëne en controleer of het kraanwater in het buitenland veilig te drinken is. Ben je hier niet zeker van, drink dan alleen flessenwater.
Dit is wat je kunt doen om de kans op buikgriep door een bacterie te verkleinen:
Zorg voor een goede hygiëne. Was regelmatig je handen met water en zeep. Droog ze goed af. Doe dit elke keer als je naar de wc bent geweest en voordat je eten of drinken klaarmaakt. Droog je handen af met een schone handdoek of keukenpapier. Gooi de doekjes meteen weg.
Let goed op of vers voedsel nog bruikbaar is en dat het eten, zoals vlees en kip, goed verhit is. Ook fruit en groente kunnen besmet zijn, met name zacht fruit en salade. Was dit daarom heel goed.
Wanneer hulp zoeken?
Neem direct contact op met je huisarts als je bij diarree of overgeven:
- je suf voelt
- je in de war bent
- het gevoel hebt dat je flauw gaat vallen
Neem dezelfde dag contact op met je huisarts als:
- je langer dan 3 dagen minstens 6 keer per dag waterdunne poep hebt
- je steeds blijft overgeven
- je 3 dagen of langer koorts hebt
- je niet of weinig drinkt
- je erg veel dorst hebt
- je 1 dag niet meer geplast hebt
- je de hele tijd buikpijn hebt
- er bloed of slijm bij je poep zit
- de diarree na een week niet minder is geworden
- je diabetes, een nierziekte en/of hartfalen hebt
- je 1 of meer van de volgende medicijnen gebruikt:
- plaspil of medicijn tegen hoge bloeddruk
- medicijn tegen diabetes of dapagliflozine
- een pijnstiller zoals ibuprofen, noproxen of diclofenac (NSAID's) - je 70 jaar of ouder bent en je:
- 1 dag of langer diarree hebt
- je koorts hebt
- je langer dan 8 uur niet geplast hebt
- je een medicijn tegen depressie of angst gebruikt (SSRI zoals citalopram, fluoxetine, paroxetine, sertraline)
Deze medicijnen kunnen ernstige bijwerkingen geven als je steeds diarree hebt of steeds overgeeft.
Sommige medicijnen kunnen minder goed werken als je steeds diarree hebt of steeds overgeeft. Bijvoorbeeld bloedverdunners acenocoumarol of fenprocoumon, medicijnen tegen epilepsie, medicijn bij een bipolaire stoornis (lithium) en digoxine voor hartproblemen.
Ook de anticonceptiepil kan door overgeven en diarree minder goed werken waardoor je zwanger kunt worden.
Kijk voor meer informatie over wat je dan kunt doen om zwangerschap te voorkomen op Apotheek.nl
Informatiebronnen
NHG-standaard Acute diarree
NHG-standaard Misselijkheid en braken